Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal Mijn oordelen [32]tegen hen uitspreken [33]over al hun boosheid; dat zij Mij verlaten hebben, en anderen goden gerookt, en zich gebogen hebben voor de [34]werken hunner handen. 32. Hebr. met hen; dat is mijne vonnissen hun voordragen van de straffen, die zij met hunne boosheid verdiend hebben; verg. hfdst.4 vs.12, en hfdst.39 vs.5, en hfdst.48 vs.21, en hfdst.49 vs.12, en hfdst.52 vs.9. 33. Of, om, vanwege. 34. Versta, de afgodische beelden.